Het te malen graan wordt met behulp van elevatoren vanaf de begane grond naar de steenzolder gebracht. Vervolgens wordt het in het kaar boven op de maalkuip gestort. Via een uitstroomopening, die open of gesloten kan worden, komt het graan in de schuddebak. Deze bak wordt door de steenspil heen en weer bewogen, waardoor het graan gedoseerd in het kropgat valt. Het graan wordt tussen de beide maalstenen vermaalt tot meel In de houten steenkuip wordt het meel, door een aan de loper bevestigde aanjager, meegenomen tot het een gat in de meelring passeert om vervolgens in de meelpijp te vallen. Het wordt daarna op de maalzolder opgevangen in een soort trechter, waaronder een meelzak hangt, of het meel wordt verder getransporteerd voor een andere verwerking in de maalderij van de molen